gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

vrijdag

expleegje

De deur zwaait open. Een afwerende blik en dan verbaasde ogen. Als we zijn naam noemen lacht hij van oor tot oor. "André en Jenny", roept hij. "Hé, moet je kijken wie er zijn". Als we de woonkamer binnenlopen kijken twee verbaasde blije gezichten ons aan. Pleegje is er niet, sorry. Maar we komen niet alleen voor pleegje maar ook voor jou. We zijn erg benieuwd hoe het gaat. Na 11 jaar mocht pleegje eindelijk thuis gaan wonen. Drie jaar heeft hij bij ons gewoond. Daarna heeft hij het drama van verschillende instellingen en overplaatsingen moeten meemaken. Uiteindelijk heeft moeder haar gevecht gewonnen en mocht hij twee jaar geleden naar huis. Dit pleegje met zijn moeder hebben zo'n plekje in ons hart. Er is af en toe nog contact. Pleegje, met zijn guitige oogjes. Die als hij me weer ziet uitroept: hé mama Jenny. Ik gun hem zo deze plek bij zijn moeder. Dat we hem nu niet thuis treffen geeft niets. We kunnen heerlijk bijkletsen met mama en haar vriend. Er is zoveel gebeurt in de afgelopen twee jaar.
Maar we worden ook weer met onze neus op de feiten gedrukt. Dit kind en zijn moeder. Zo gestreden en zoveel bereikt. Maar dan nog zo achtervolgd worden door je dossier. Moeder strijd dus nog steeds. En nu om haar kind op school te krijgen. Ik ben verbaasd dat er zo weinig wordt gedaan, ook vanuit de jeugdbeschermer, om dit kind onderwijs te laten volgen.
"Jenny, je zult het niet geloven maar ik ben hem maar zelf wat les aan het geven. Hij wist niet eens waar België lag. Mijn hart huilt om mijn kind dat geen onderwijs kan krijgen"; zegt moeder. Geen enkele school ziet het zitten om deze jongen op te nemen. Ik snap het niet. Waar is de leerplichtambtenaar? Waarom kan niemand het proberen? Geef hem dan een proeftijd zodat hij het kan proberen. Het gedrag dat er was toen hij nog uithuisgeplaatst was, is zo anders dan nu hij bij moeder woont. Zo vaak zien we dat een dossier zo een moment opname is. Het kind kan op de ene plek gedrag laten zien terwijl hij dat op een ander plek niet laat zien. Het heeft zo te maken met de samenstelling van het gezin, de groep waar het kind woont. Wij zien het vaak genoeg gebeuren dat op papier een kind heel pittig is, maar als het bij ons komt we een heel ander kind in huis hebben dan we op papier hebben gelezen. En ook andersom. Dan denk je: oh dat gaat wel lukken en moet je alle zeilen bijzetten. Dit pleegje komt van zover en heeft al zoveel bereikt. En dan wordt hem de kans op onderwijs ontnomen. En met hem zoveel andere kinderen. Als ik deze moeder hoor vertellen over haar strijd, maar ook over haar overwinning. Over het genieten van haar zoon. Dan ben ik zo trots op haar. Ze heeft het toch maar voor elkaar. Ze heeft gevochten als een leeuwin en dat zal ze blijven doen. Dus pleegje zal op school komen. Het gaat haar lukken.
Als we even later afscheid nemen en ik haar een knuffel geef, voel ik haar broze lichaam. Haar verleden heeft zijn tol geëist op haar gezondheid. Maar oh wat een kracht heeft ze in zich.
Ik ben zo dankbaar voor wat we met elkaar hebben bereikt. Dat ook wij hierin een schakel mochten zijn. "Bij jou is het begonnen": zegt moeder. "Jij gaf me vertrouwen en geloofde in me". Weer besef ik hoe belangrijk het is om met ouders samen te werken. Om ze een plek te geven in je gezin. Dat vraagt wat van je. Maar dat is ook waar je voor kiest als je voor het kind van een ander gaat zorgen. Het is niet de gemakkelijkste weg. Maar voor het kind verreweg de beste weg.