gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

woensdag

Uganda deel 2

Dag 4 van onze reis is een reisdag. We reizen vanuit Kampala naar Paraa Safari Lodge. Halverwege de reis bezoeken we een Compassion-project. De kinderen hadden van alles voorbereid. Een welkomslied/dans. Maar ook de volwassenen heetten ons op eigenwijze welkom. Bij aankomst werden we verwelkomt met ons volkslied. De muziek loopt voor ons uit.

Langs de kant van de weg staan dorpelingen te kijken. Er staat een moeder met haar baby en als ik haar begroet geeft ze haar baby aan mij. Ik geniet even van dit kleine wonder en wil haar baby terug geven omdat de groep al verder loopt. Maar haar houding is afwerend. Take it, keep it. Ik weet even niet wat te doen maar dring er toch op aan dat ze haar baby terug neemt. Ze pakt haar baby bij de arm en slingert hem zo op haar rug. Ik weet dat dit hier heel normaal is maar het is niet zoals wij met een baby omgaan. Het is confronterend om te zien hoe onbelangrijk een baby kan zijn voor een moeder. Erica en ik kijken elkaar geschokt aan. Welke moeder geeft haar kind weg? Ik zie in mijn werk juist vaak de strijd die ouders voeren om hun kind. Het rouwproces waar ze in komen als hun kind uit huis geplaatst wordt. Dit hier is echt een wereld van verschil.



Deze break in de reis was fijn. Na dit bezoek zetten we de reis voort naar ons volgende hotel. We steken de Nijl over en komen in een zeer mooi natuur gebied. Onderweg komen we al verschillende dieren tegen. Het hotel is prachtig. Midden in het natuurgebied. We horen de brulapen en allerlei andere geluiden van de dieren in het gebied. 
De volgende dag(dag 5) gaan we op weg naar een kerkdienst. Onderweg hebben we al een preek te pakken vanuit de prachtige schepping. Olifanten en giraffen naast de bus, en wilde zwijnen en apen naast je hotelkamer. Bij de kerk aangekomen worden we welkom geheten door een uitzinnige groep mensen. Ze zingen, dansen en zwaaien met takken met bladeren. Ik werd erdoor geraakt. Hoe belangrijk zijn wij voor deze mensen? Wat komen we brengen? Hoop, bemoediging?
In de kerk aangekomen worden we omringd door de kinderen. Al direct komt er een klein meisje op mijn schoot zitten. Ze kijkt me met haar grote vragende ogen aan. Ik smelt. Ik wordt even terug gebracht in de tijd. Ons kleine pleegje dat zich vanaf dag 1 aan me vastklampte. Maar me ook nu als enige van het gezinshuis regelmatig even een berichtje stuurt. Even dat contact zoekt.        Als ik dit kindje zie vraag ik me af of ze al een sponsor heeft. Ze laat me niet meer los en als er, alweer, een baby in mijn armen wordt geduwd, laat ze even merken dat zij er ook nog is, en niet van mijn schoot af gaat. Voorzichtig gaan haar handje over mijn arm en dan over mijn wangen. Ze voelt en kijkt en geniet van mijn aandacht voor haar.



Mijn nichtje merkt gekscherend op: "er staat op jou voorhoofd: geef mij je baby." 
Na de dienst vraag ik aan de pastor of dit meisje al een sponsor heeft. Nee, dat heeft ze niet. Nu wel dus. 

Haar naam weet ik nog niet. Er moet eerst nog worden uitgezocht wie ze is en of ze ook daadwerkelijk in het project kan. Maar dat komt vast goed. 




maandag

Uganda deel 1

I can't save the world, Jesus does.
Hier hield ik me steeds aan vast.
Als ik de uitzichtloosheid van de mensen zag. De armoede rook.
Vanaf dag 1 werd ik gegrepen door dit land. Uganda. Afrika.
Prachtig land met uitgestrekte natuurgebieden en wild. Maar het contrast is zo groot als je in de dorpen komt en in de sloppenwijken. Daar waar een moeder vandaag niet weet wat haar kind morgen eten zal. Daar waar zoveel moeders er alleen voor staan.
Ik denk aan onze kinderen thuis. Onze pleegjes. Wat is het ondanks alle strubbels die we tegenkomen in pleegzorgland, toch een voorrecht om te wonen in een land waar er gezorgd wordt voor kinderen in de knel. Ik herken de trauma's van de kinderen en hun ouders. Maar in ons land is er zoveel hulp dat er uitzicht is. In Uganda heb ik zoveel uitzichtloosheid gezien. De cirkel van armoede en trauma die moeilijk te doorbreken is.
Maar ik heb ook hoop gezien. Hoop in de ogen van de mensen. Hoop in de ogen van de kinderen. Hoop op de projecten waar kinderen een kans krijgen. Hoop en geloof in een God die boven alles staat.  Ik heb gezien hoe waardevol het is om een kind te sponsoren.
Dag 1 was de dag van aankomst. Een lange vliegreis en toen nog met de bus naar het hotel. Vermoeid kwamen we aan in ons eerste hotel. Maar van slapen kwam niet veel. 

De tweede dag hebben we een project bezocht van Compassion. Child Survival Programma. Dit programma is voor moeder en baby's die zonder hulp weinig overlevingskans hebben. Door middel van voedsel, (medische) zorg en voorlichting worden zowel moeder als kind ondersteund en bevrijd uit uitzichtloze en levensbedreigende situaties. We hebben gesproken met de moeders en zijn op een huisbezoek geweest bij Naomi die met haar zoontje woont in de slums van Kampala.

Dag 3 was de ontmoeting met mijn twee sponsorkinderen. Wat heb ik hiernaar uitgekeken. Rugzakjes gevuld voor henzelf maar ook een rugzakje voor de familie. We brengen de dag door in een overdekte speeltuin in Kampala. Bij binnenkomst staan de kinderen met hun begeleiders al in een kring en zingen een welkomslied. Mijn ogen speuren de rij af of ik mijn kinderen al ontdekken kan. Maar dat is lastig. Als de naam van het kind en sponsor wordt geroepen rent er een kind op me af. Dit is zo ontroerend, een kind dat jou kent van je brieven en foto's die je hebt gestuurd, rent zo in je armen. Gelukkig is er een tolk bij die kan vertalen. En ook kan vertellen hoe het met de kinderen op school en thuis gaat. Beide kinderen genieten van alles wat er te doen is in de speeltuin. Maar ook van het samen voetballen, bellenblazen, foto's maken, eten en het uitpakken van het rugzakje met spulletjes. 


Margaret en Brighton


En dan komt aan het einde van de dag het afscheid. Dat is nou niet echt mijn sterkste kant. Maar we hadden elkaar, mijn nichtje Erica en ik. 



En dan overheerst toch de dankbaarheid. Dat ik met eigen ogen heb mogen zien hoe ik het verschil kan maken in hun leven. Door deze kinderen te sponsoren krijgen ze een kans om te ontsnappen uit de armoede.