gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

zaterdag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis. Niet normaal het nieuwe normaal.

Ze kijkt me met grote ongelovige ogen aan. Moet ik ook anderhalve meter afstand houden als ik naar school ga? Ook van mijn vriendinnen? Waar slaat dat op. U vind dat toch ook onzin? Ja meid, maar het gaat er niet om wat ik vind, maar wat de regels zijn. Ik hoor het mezelf zeggen. En ik ben echt niet iemand die recalcitrant tegen regels inga. Ik ben juist altijd erg van de lieve vrede bewaren en het iedereen naar de zin maken. Maar dat lukt niet meer.
Ik vraag me ernstig af of we hier wel goed aan doen. Kinderen en jongeren afsluiten van wat normaal is. Want laten  we eerlijk zijn. Het nieuwe normaal is  toch niet normaal? Het zou het tijdelijk abnormaal moeten zijn. En natuurlijk was het goed dat we maatregelen hebben getroffen. Ik ontken niet dat veel mensen erg ziek zijn geworden en overleden zijn. Maar slaan we niet een beetje door? Een anderhalve meter samenleving is sociale en emotionele mishandeling. Jongeren hebben contacten nodig. En moeten dan niet steeds nadenken over of ze wel voldoende afstand houden. Juist dat aanraken van elkaar. Een duw, een knuffel of , zoals in ons gezinshuis met veel jongens, even stoeien. Ik vind echt dat onze kinderen lang genoeg "opgesloten" hebben gezeten in de polder. Zonder enig contact. Dus ik stop ermee. Natuurlijk zal ik afstand houden en niet onnodig binnen de anderhalve meter komen als de ander daar niet om vraagt. Ik heb ook zonder de corona maatregel een hekel aan mensen die binnen je intieme zone komen staan als je bijvoorbeeld in de winkel sta. Dit is wat ik de kinderen ook leer. Je ga in gesprek met anderen niet bovenop iemand staan. Dan hou je afstand. Ook bij de kassa als een ander nog aan het betalen is hou je afstand.  Maar als mensen mijn nabijheid nodig hebben, of ik heb zelf een arm om mij heen nodig, dan pas ik ervoor om de ander te vermijden. Hoe leg ik een jong kind met een verstandelijke beperking uit dat je mama wel mag zien , maar niet aanraken? Dat is niet uit te leggen. En dat ga ik ook niet meer proberen. Deze kinderen, die al zoveel hebben meegemaakt. En die nu zo angstig worden gemaakt. Ik moest met pleegje naar de bank. Er wordt voor hem een rekening geopend, maar zijn identiteit moet worden geverifieerd voordat jeugdzorg deze kan openen. Ik dacht: even naar de bank. Id laten zien en inscannen en klaar. We hebben beide met ogen vol verbazing gekeken wat daar gebeurde. Voelbaar de angst van mensen. Die wordt overgebracht op de ander. Je ga zelf automatisch ook voorzichtig lopen en weet even niet hoe en wat je doen moet. We komen de bank binnen en worden al door een paniekerige vrouw gewezen op het feit dat er maar 1 per gezin naar binnen mag. Ik leg rustig uit dat ik met een kind kom en daar dus toch echt bij aanwezig moet zijn. Oké, maar dan moet u buiten wachten want er zijn al 4 mensen binnen, en er mogen er 5 binnen zijn. Prima, dan wachten we allebei buiten even tot er iemand naar buiten gaat en wij samen naar binnen kunnen. . Enigszins verbaasd ga ik naar buiten. Ik kijk nog eens binnen en zie een grote ruimte waar je gemakkelijk afstand kan houden. Maar goed. Ik hou me aan de regels. Maar dan duikt er iemand voor ons de bank binnen. Ik zeg nog: meneer, wij staan ook te wachten. Er zijn teveel mensen binnen. Maar hij mompelt iets in een andere taal en loopt gewoon naar binnen. Als we eindelijk binnen zijn vraagt de paniekerige mevrouw wat we komen doen. Ik leg het haar uit. Ze kijkt schichtig in het rond en zegt dan dat we even moeten wachten op een medewerker. We doen een stapje opzij zodat we uit de weg staan, maar dat kon echt niet. U moet naar achteren lopen. Daar staat een tafel. Maar er is nog maar 1 stoel over hoor. Wij lopen naar achteren. Ik loop met een boog om de andere twee mensen die daar zitten. Meneer moppert over het overdreven gedoe. Ik knik maar een beetje. In het half uur dat we moeten wachten vallen we van de een in de andere verbazing. Wat een paniek. Mensen worden weggestuurd, en de beveiliger wordt nog eens goed breed bij de deur gezet en krijgt instructie van de medewerker om toch echt iedereen tegen te houden en zelf ook uit te kijken want: ze komen zomaar dicht bij je. Als een andere medewerker ons komt halen vallen we in een nieuwe verbazing. We worden in een ruimte gezet en de medewerker gaat in een andere ruimte zitten met een videoverbinding. Ze loopt mee om ons een plek te wijzen. Pleegje krijgt nog net geen slappe lach. Na afhandeling van wat we komen doen, komt ze terug om de papieren te overhandigen. Zo, in mijn hand gegeven. Niet op de tafel neerleggen, maar aangeven. Ehh anderhalve meter? Pleegje vraagt: maar waarom komt ze nu wel hier in deze kamer en geeft ze zo de papieren af? Had ze hier ook met een scherm ertussen kunnen zitten toch? Tja. zo zijn de regels overal anders. Maar wat overheerst is de paniek. Dit wil ik dus onze kinderen niet meegeven. 
We kunnen best rekening houden met elkaar en niet opeengepakt gaan zitten. Maar we moeten ook weer gewoon gaan leven. Dingen gaan ondernemen. En dat is wat onze pleegjes mogen gaan doen.
Weer genieten van papa en mama. Van vrienden en vriendinnen. En natuurlijk houden we rekening met wat verantwoord is en wat niet. Maar ik geloof niet in de anderhalve meter samenleving als het nieuwe normaal. Ik geloof in verbinding. Ik geloof in een samenleving die op een verstandige manier met elkaar kan omgaan. Ik geloof in de kracht van het samen zijn en doen.
Toen pleegje vroeg, vorige week toen we  naar de Mac gingen, en hij zijn menu achterin de auto moest opeten: wanneer gaan we allemaal weer normaal doen?
Toen besloot ik: we gaan weer normaal doen. Al zullen we met normaal doen nog steeds tegen allerlei beperkingen aanlopen. Enigszins normaal doen zullen we dan maar zeggen. Onze kinderen stemmen voor.







maandag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis. Moederdag

De laatste week thuisschool voor de jongste twee. Ik merk direct de onrust als ze maandag na de meivakantie weer moeten beginnen. Na twee heerlijke vakantie weken is het verschil duidelijk zichtbaar. Ons jongste pleegje krijgt het niet voor elkaar. Te snappen dat ik nu de juf ben en dat thuis, school is. Terwijl de ander er juist veel baat bij heeft. Ik ga echt niet naar school hoor. Thuis werken is veel leuker. Die stomme school ga ik niet heen. Poep. Alles was niet leuk is geeft hij als antwoord op onze vraag hoe het was: poep. Dan weten we genoeg. En thuis is geen poep. Thuis is veilig. Weinig prikkels omdat iedereen op zijn eigen kamer werkt.
De middag wordt besteed aan het knutselen van de bloem afgewisseld door springen op de trampoline. De kinderen willen graag op zaterdag de bloem gaan rondbrengen. Want zondag is het moederdag. Ik hoor zo hier en daar gesmoes. Als ik zaterdag met de jongens op pad ben om komen we dochterlief met pleegje tegen. Ze duiken weg. Ik loop door en roep: ik zie je niet hoor.
De jongens genieten van de reacties van de mensen. Ze hebben bij de bloem een vergeet mij nietje als cadeautjes. Wat een lieve jongen ben  je toch dat je dit voor mij doet. Ik glimlach. Kijk hem daar nou staan. Ons pleegje met de bozerietusbuien. Maar ook zo lief. En wat wordt deze lieve kant nu in het zonlicht gezet door de bemoedigende woorden van de ander. Ik denk niet dat deze mensen in de gaten hebben hoe belangrijk dit compliment is voor hem. 


Zondag kijken en luisteren we eerst de kerkdienst en het kinderkwartier. 
In de tuin van de kerk is een grote steen neergezet. Met daarop de woorden: Stenen van Hoop. Iedereen kan en mag hier een steen bij leggen met een bemoedigend woord. Zodat deze hoop stenen mag groeien ter bemoediging en zodat we niet vergeten. Pleegje vind dit erg leuk en wil ook een steen brengen. 

Dan komen de pubers aan. Ballonnen, taart en cadeautjes. Ze glimmen. Onze dochter zet ons samen op de bank en opent haar laptop. Ze heeft een filmpje gemaakt waarop alle (pleeg)kinderen en kleinkinderen iets zeggen tegen en over mij. Dit is wat me het meest ontroerd. Ik, die sterk kan overkomen, maar soms zo onzeker ben of ik het allemaal wel goed doe. Als je kinderen dan zeggen hoe belangrijk je bent in hun leven en wat ze geleerd hebben. Als pleegjes zeggen: u voelt als mijn eigen moeder. Ik ben blij met u. Daar kan geen cadeautje tegenop. Ik geniet van dit mooie moment.
Ik realiseer me dat er veel moeders thuis zitten die dit moment moeten missen. Ook de moeders van deze kinderen. Er mag voorzichtig weer contact zijn, maar niet alle kinderen kunnen en mogen naar huis. Dan moeten ze wachten tot er een bezoek is voordat ze hun cadeautje kunnen geven en het nog een keer Moederdag is.
Maandag was het even wennen. Twee pleegjes gaan naar school. De een iedere dag en de ander om de dag. Er daalt wat meer rust neer in huis. En wat doen ze het goed. Al direct zit het ritme er thuis al in. En wat is het heerlijk voor ons. Van de zeven kinderen hebben er nu vijf een goede en afwisselende weekbesteding. Zo komen we de week wel door en knutselen de kinderen tussendoor verder. Op naar een lang Hemelvaart weekend.