gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

woensdag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis. Haardrama

Ik kijk naar mezelf in de spiegel. Is dit het resultaat van zes weken overleven in het gezinshuis? De enorme uitgroei bovenop mijn hoofd staart me aan. Ik heb mezelf in een joggingpak gehesen. De kinderen riepen al: gaat u sporten? Want dat draag ik dus nooit. Ik probeer die brede lijn in het midden van mijn haar weg te werken door mijn haar in een staart te doen. Tevergeefs.  Dit is dus het resultaat als je op overleven staat. Ik recht mijn schouders. Ik ga nu voor mezelf zorgen. en iedereen die voor me voeten kom moet maken datie wegkomt. Mamaaaa, Jennyy. Ruzie. Ik doe of ik niets hoor. Ik pak mijn schoenen en de autosleutels. Ik loop langs het schreeuwende pleegje. Ik roep nog even naar manlief: ik ben naar de winkel. En ik stap in de auto. Pleegje verbaasd achterlatend. Ik moet voor mezelf gaan zorgen en dat zullen ze me nu maar even moeten gunnen. Of is het anders? Gun ik het mezelf niet? Gun ik mezelf de tijd niet en de moeite niet? Daar denk ik nu maar even niet over na. Ik ga zelf iets aan mijn haar doen. Iets waar ik een verschrikkelijke hekel aan heb om dit zelf te doen. Juist dat uitje naar de kapper mis ik enorm. Ik kan daar zo van genieten. Maar dat is er nu even niet. En ik hoef ook niet voor gek te lopen. Dan maar zelf aan de slag. En hopen dat het niet mislukt. En ik straks groen ben ofzo. Dan zal je pleegje horen. " U loopt voor gek hoor. Ik schaam me ". Thuisgekomen leg ik de haarverf nog maar even weg.
Direct komt pleegje al aan rennen. Waar was u? Ik heb een tondeuse gekocht en ga jullie allemaal kaal scheren. Jullie lijken wel meisjes met dat lange haar. Of apen. Neee, gilt pleegje. Ik wil niet kaal.
een staartje mocht ik niet maken, maar de kapper is wel echt nodig.
Ik wil gewoon naar de kapper. Ja knul, dat kan nu even niet. Nou, dan heb ik maar lange haren hoor. U bent geen kapper, dus dat kan niet. Zo, die is even uit mijn buurt. Ik heb echt even overwogen om een tondeuse te kopen. Vroeger knipte ik mijn eigen kids ook altijd. Ik heb daar toen een cursus voor gevolgd. Maar blijkbaar was dat erg traumatisch want ze raden me nu aan het niet te doen. Dan hou ik het maar bij mijn eigen haar. En dat is al lastig genoeg. Zooo, roept pleegje. U heeft u haar gedaan. Blijkbaar valt het dus wel op. En dan gaan we nu nieuwe kaartjes maken. Ik wil een bloem maken. De kinderen zijn helemaal enthousiast. En dat blijven ze omdat ze respons krijgen. Een bedankkaartje, oranje tompoezen.

Dat was een super verrassing. We kregen op Koningsdag een heerlijke traktatie. Het was een gekke Koningsdag. Geen spelletjes en geen aubade en wat ze nog het meest erg vonden. Niet uit eten. Dan halen we het toch  hierheen. Dat werd met gejuich ontvangen. Zo was het toch nog een leuke Koningsdag. De jongste kinderen hebben nog een parcour dat is uitgezet door dochterlief gelopen. Wat hadden ze het naar hun zin. Het was ook fantastisch weer. Ik ga bijna wennen aan de Lock down en alle kids thuis hebben.  



Nu blijkt dat het gewaardeerd wordt willen de kinderen wel meer kaarten maken. En dat is zeker nu het buiten koud en nat is een welkome tijdsbesteding. 


En het haar? Ze dragen voorlopig maar een pet. 









zondag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis. Teleurstelling

Wat een kater kregen onze pleegjes toen ze dinsdag de persconferentie keken. Nog niet naar school. Wat maakt nu het verschil tussen 12 jaar en in groep 8 zitten of 13 zijn en in de eerste zitten! Ik snap hun teleurstelling wel. Maar ik snap ook dat we niet alles tegelijk kunnen open gooien. En wat betreft de vakantie is het nog steeds onzeker. 
Maar mogen we dan nu wel afspreken met iemand? Onze kinderen zitten al die weken al thuis in de polder en snakken naar contacten.  En het is zeker lastig als je lees dat klasgenootjes wel afspreken en contacten hebben. Dus neem ik de meiden mee naar de winkel, zodat ze even hun eigen dingetjes kunnen kopen. Wat een blijdschap. Wat een hoogtepunt. Dit vergeet ik heel mijn leven niet meer: aldus pleegje. 
Toch was het voor de meiden gek om te zien hoe het eraan toe gaat in de winkels. Als je zes weken opgesloten heb gezeten en dan weer in de winkel komt, waar allerlei maatregelen zijn. De mensen lijken soms wel bang te zijn, merkt pleegje op. 
De rest van de week verloopt heerlijk rustig. Van het crisisfonds kregen we een budget om iets te kopen voor de kinderen. Na overleg met alle pleegjes is gekozen voor een spel voor op de WI. Dat kunnen ze gezamenlijk doen, en een voetbaltafel. Wat een succes is dit. Ze genieten er met volle teugen van. 
En wat zijn we blij met het mooie weer. We fietsen wat af met de kinderen. Als ze           naar school moeten ,is fietsen niet leuk. Maar nu, ook al staat er veel wind, fietsen ze met plezier mee. Alle kaarten zijn inmiddels rondgebracht en pleegje heeft al een nieuw   idee om te gaan maken.  Als ik bij de winkel kom om knutselspullen te halen zie ik dat er meer mensen zijn die knutselen. Het schap met knutselkarton is leeg. Bij de tweede winkel hadden ze nog wel wat liggen wat we kunnen gebruiken. We kunnen dus weer aan   de slag. De tweede week gaat in. Het gaat vast goed komen. Het vooruitzicht dat straks    twee van de zeven kinderen naar school gaat is al fijn. De teleurstelling van het niet naar school kunnen van de oudere pleegjes ebt langzaam weg. Overleven is deel van hun     leven, en ook teleurstellingen zijn vaak onderdeel van hun leven. Daardoor kunnen ze ook weer schakelen en het nemen zoals het is. Zeker als ze dan ook nog eens mogen bakken. Pannenkoekjes, wafels en smoothies.  Ik zie de tweede week vakantie wel zitten. We maken er weer iets gezelligs van met elkaar.                                                                                                                                                      
                                               
                  

woensdag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis. Meivakantie

Eindelijk meivakantie. Onmiddellijk merken we hoeveel stress het schoolwerk met zich meebracht. Nu dit wegvalt is er direct rust. Nou ja. Rust in de zin van geen stress en boze buien van geen schoolwerk willen doen of laptops die niet doen wat je wilt. Maar daarvoor in de plaats is stress over wat gaan we doen. We kunnen nergens heen. Nee inderdaad niet. Dus gaan we op nieuw kaarten maken. Gelukkig krijgen ze daar nog geen genoeg van. Maar deze activiteit is voor de pubers geen optie. Zij willen chillen. Naar vrienden gaan en winkelen. Misschien ben ik een beetje te streng daarin. Maar thuis blijven is bij mij thuis blijven. Ze horen van andere pubers die wel bij elkaar komen. Gezellig gaan winkelen of varen. Ik baal hiervan enorm. Ik zie mijn kinderen en kleinkinderen al weken niet omdat het advies is thuis te blijven. Maar velen lappen dit aan hun laars. En onze pubers balen daar dubbel van.
 We hebben maandagochtend eerst even gezinshuisberaad. Dan bespreken we even hoe het gaat in het gezinshuis en of er nog dingen moeten veranderen. De pubers zuchten al. Die vinden dit helemaal niks. Maar ik had een tip voorbij zien komen die ik super goed vond maar bedacht me dat het misschien niet zou werken bij ons. Maar wat je niet probeert. Ik leg de kinderen uit dat we de afgelopen weken heel de dag met hun bezig zijn geweest. Normaal zitten jullie op school en hebben wij nog even tijd voor onszelf. Die tijd is er nu niet. En als het nog langer gaat duren, houden we dit niet vol. Dan worden we chagrijnige mensen. Er bromt er één, dat ben je nu al. Ik doe of ik het niet hoor en ga verder. Wat ons een prima idee lijkt is dat jullie na het middageten drie kwartier allemaal op je eigen kamer iets gaan doen. Zodat wij even de woonkamer voor onszelf hebben en even rust hebben. Geen geroep of geruzie. Maar rust. Iedereen begint ineens door elkaar te praten. De wat oudere pubers vinden het prima. Die lijken het wel een beetje te snappen. Maar de rest probeert toch even naar de mazen te zoeken. Als ik nu in de speelkamer mag met mijn telefoon. Dan ben ik ook heel stil. Nee, iedereen gelijk. Dus op je eigen kamer. En als je dat goed heb gedaan gaan we fietsen. Dan brengen we de kaarten die we vanmorgen gemaakt hebben rond. Na het eten gaan alle kinderen naar hun kamer. En er daalt een rust neer in mijn huis. Heerlijk. Even in de bank liggen waar anders een paar pubers hangen met hun veegmachine. Even geen Jenny...ze plagen me. Geen geschreeuw. Niets dan rust en stilte. Zou dit dan toch werken? Of is dit eenmalig. Ik geniet er maar extra van. Als de tijd om is gaan we op de fiets. Maar wat waait het hard. Ons jongste pleegje moet ik helpen anders komt hij niet tegen de wind in. Maar ze genieten. Kaarten door de bus bij de oudere mensen. En weer terug. Zo zijn we toch weer twee uur verder voordat we thuis zijn. 


Zo komt dag 1 van de vakantie ten einde. Ik ben best tevreden. Op naar morgen. De kinderen kijken uit naar de persconferentie. Nooit zijn ze zo betrokken op het nieuws dan nu. Kunnen we weer naar school? Mogen we weer naar vriendjes en vriendinnen en het aller aller belangrijkste: mogen we op vakantie? 







zaterdag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis. Deel 10.

Vijf weken zitten erop. Vijf weken van thuisonderwijs. Vijf weken van tegenstribbelende kinderen en pubers die niet snappen dat thuis nu school is en geen vakantie. Vijf weken van brandjes blussen tussen de  kinderen. Die al vijf weken op elkaars lip zitten. Want ik mag nog zo een groot huis hebben. En nog zo een grote tuin. Ze zoeken elkaar op en gaan bij elkaar op het irriatieplekje zitten. En zo irriteren ze elkaar de hele dag. En tussendoor beantwoord ik beleefd en netjes de stroom van telefoontjes van juffen en meesters van school. Lees ik de mails van scholen met de laatste updates over het coronavirus en het laatste schoolwerk. En of ik nog schoolwerk wil in de vakantie. Want misschien geeft dit een beetje structuur en houvast. Ik doe mijn best om niet te ontploffen. Schoolwerk in de vakantie. Structuur? Nog nooit is de structuur in mijn gezinshuis zo ondersteboven gegooid dan nu. Want schoolwerk thuis maken is niet te doen voor kinderen die niets snappen van de situatie. Waarbij juist de structuur van naar school gaan, want daar hoor je schoolwerk te doen en thuis spelen, zo belangrijk is. Van de dagelijkse vaste dingen die nu meer dan ooit onder druk staan. Geen bezoeken, geen therapie en geen sport. Niets dan thuis zijn. En af en toe even een rondje lopen of fietsen. De afgelopen week had ik voor pleegje extra werk gevraagd. Hij heeft op school veel praktijk en dat valt weg. Toen ik vroeg of hij dan voor mij praktijk wilde doen in de vorm van ramen zemen kreeg ik een heftig verontwaardigde blik. Ja, daag. Dat ga ik niet doen. Toen ik dit met de leerkracht besprak heeft hij er een schoolopdracht van gemaakt. En toen lukte het wel. Hij moest eerst vragen beantwoorden over het zemen van ramen. En nadenken over wat je nodig hebt. En een filmpje bekijken. De andere dag mocht hij aan de slag. En wat heeft hij ervan genoten. Na de ramen is hij zelfs begonnen aan de caravans. Hij heeft de afgelopen week dus heel wat afgepoetst. 

Nu even twee weken niets doen. Heerlijk. Geen druk van schoolwerk dat gedaan moet worden. Geen mopperende kinderen (hoop ik). Even rust. We hadden voor het komende weekend een hotel geboekt in Maastricht. Dat kan niet doorgaan. Een heftige teleurstelling voor de kinderen. Want een weekend in een hotel slapen, uit eten gaan en leuke dingen bezoeken, en ook misschien de koning en koningin zien, dat willen ze wel. We zullen nu thuis creatief moeten zijn om het toch leuk en gezellig te maken. En wat in het vat zit...Dus we gaan zeker nog een keer naar Maastricht.  En nu maar hopen. Hopen dat de scholen na de meivakantie weer open gaan. 

dinsdag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis. Deel 9. Waarom leren?

Vol goede moed begin ik aan de nieuwe week. Maar zo rustig als ik het me had voorgesteld is het niet. Met name de jongste kids moeten erg wennen aan het feit dat er een lege plek is. Ze moeten weer even als haantjes uit gaan vechten welke positie iedereen heeft. 
Eerst maar beginnen met het schoolwerk. Pleegje begint al te rammelen op zijn Chromebook. "Hij reageert niet", roept hij. Zijn Chromebook slaat hij zowat doormidden. "Waarom lukt het niet met dat stomme ding?" Ik probeer hem rustig uit te leggen dat ook een Chromebook weleens even moet nadenken. Dus hij rustig moet wachten als hij ergens op geklikt heeft. Het lukt. Direct hoor ik een ander roepen. "Jeeennyyy". "Ik snap het niet". "Waarom moeten we steeds maar weer leren", vraagt pleegje. Als het eindelijk pauze is ben ik al bekaf. Ik weet weer waarom ik geen juf ben geworden. En nooit zal worden ook. En tussen al deze bedrijvigheden door gaat de telefoon. Juf van de één en meester van de ander. De mailbox zit vol mails met schoolwerk." Puberpleegje heeft al drie weken niets ingeleverd. Lukt het wel"? 
Koffie. 
We overleggen er samen even over. Zo kan het niet. We kunnen niet alle kinderen geven wat ze op school krijgen. We deden al alleen in de ochtend schoolwerk. In de middag heerlijk spelen. Dan zie ik ze genieten. In de tuin. De springen wat af op de trampoline. We fietsen eens een rondje en brengen kaarten rond. En als ik steeds ruzie heb met kinderen die, of geen zin hebben, of zoveel hulp nodig hebben dat ze gefrustreerd worden als ik even bij een ander ben. Dan verkies ik de gezelligheid zonder schoolwerk of met minder schoolwerk, boven een ongezellig huishouden waar iedereen op zijn tenen moet lopen om alles gedaan te krijgen. En wat ben ik blij met onze scholen. Echt. Er is alle begrip voor dat dingen soms niet lukken. En met het feit dat we bijzondere kinderen in huis hebben. En dat het er niet 1 is maar 7 zijn. En ook als een pleegje wel alles heel snel klaar heeft wordt er nagedacht over extra werk. Want als je al snel klaar bent en de rest is nog bezig ga je natuurlijk de anderen irriteren. 
We doen wat we kunnen en zien na de crisis wel waar we uitkomen.
Vanmiddag weer op de fiets. Onze jongste ook mee. Waar wij één trap doen moet hij twee keer rond trappen. We hebben alles bij elkaar 2 uur gefietst. Maar wat was het heerlijk. De jongens kleuren al bruin van de zon. Ze genieten van de aandacht en van alles wat ze zien. Eerlijk om de beurt willen ze een kaart door de brievenbus doen. Hier geniet ik zo van. Ik krijg weer energie." Dit is veel leuker dan leren", roept pleegje. "Maar hier leren we toch ook"? Ik vraag wat hij dan leert. "Nou, niet zeuren als je moe bent. Maar gewoon doorfietsen. En goed uitkijken als we oversteken". Soms blijft hij wat achter. Slingerend kijkt hij om zich heen. Dan hoor ik ineens: God heb ik lief want die vertrouwe heer....
Ik kijk achterom. Daar fiets hij. Parmantig mannetje. Hij geniet. Dus ik geniet mee. 

zaterdag

Coronacrisis. Overleven in het gezinshuis deel 8 afscheid

De afgelopen week merkten we goed dat de kinderen het ritme van schoolwerk, pauze, en weer schoolwerk te pakken hadden. Contact met school was er ook volop. De begeleiding op afstand is super goed geregeld. Maar toch. Het blijft druk en veel. Mijn eigen werk blijft liggen. Er zijn drie pleegjes die eigenlijk 1 op 1  begeleiding nodig hebben. En dat is er ook nog 1 die binnen het uur klaar is met alles. En dan ga je natuurlijk niet iets voor jezelf doen, maar de anderen irriteren. Met ons pleegje die steeds maar weer boos is en iedere dag de strijd aangaat over alles gaat het steeds slechter. Ons gezinshuis valt om op deze manier. Alles draait om dit ene kind. En ik kan hem niet meer geven wat hij nodig heeft. En dan komt het moment dat je met elkaar moet besluiten dat het niet langer gaat. Hoe verschrikkelijk ik dit ook vind. Het is een keus die je eigenlijk niet wil maken. Er wordt gezocht naar een andere plek. We wilden niet dat pleegje eruit knalde in crisis en naar een crisis groep zou moeten. Maar crisis was het bij ons wel. Daarom waren we ook heel blij om te horen dat er een ander gezinshuis was waar een plaatsje voor hem was. En daar kon hij eind van de week al heen. Dan komt het moeilijkste van alles., We moesten het gaan vertellen. Manlief heeft dit op zich genomen. Hij heeft uitgelegd dat het misschien veel beter is om in een gezinshuis te wonen waar minder kinderen wonen en waar de kinderen rustiger zijn dan bij ons. Dat hij daar misschien minder boos hoeft te zijn en zij hem beter kunnen helpen dat wij. Ik zat te wachten op een woedeaanval en geschreeuw. Maar niets van dit al. Pleegje huilde even, want het is toch een heftige boodschap. Maar al snel was dit over en wilde hij helpen met inpakken. Hij had er zin in. Ik verbaas me steeds weer hoe kinderen kunnen reageren. Het lijkt er allemaal niet toe te doen. Het is weer iets nieuws en dat zal zeker leuker zijn. We zien zo duidelijk zijn verstoorde hechting hierin. Iedereen is inwisselbaar. Deze kinderen zijn zo gericht op het materiele en de dingen die ze wel of niet mogen. Een relatie aangaan en iemand missen kennen ze niet en past niet in hun leven. Het eerste wat pleegje ook vraagt: Mag ik daar later naar bed? Mag ik daar wel wifi? En aan pleegbroer: mag ik jou schoenen mee?
Ik ben blij dat pleegje het zo opneemt. Dat is wel zo fijn afscheid nemen. De rest van de week is het rustig. Heel rustig. We pakken alles in. Schoolwerk wordt gedaan. Ik weet niet wat ik meemaak. Is dit stilte voor de storm?

Zaterdag brengt manlief hem weg. We gaan meestal samen maar in verband met het coronavirus vonden we het beter om niet samen te gaan. Ik bleef thuis bij de andere kinderen. Voor hen is het ook altijd ingrijpend als er een kind weggaat. En zeker nu ook broertje in het gezinshuis blijft wonen. Na zoveel jaar niet meer samen ergens wonen. Dit kind had het de afgelopen dagen moeilijker dan zijn broer. Als de bus geladen is wil pleegje instappen. Ik roep hem nog even. Zeg je me nu helemaal geen gedag meer? Hij lacht. Dag, tot ziens. Een knuffel is teveel gevraagd. Ik geef hem een hand en wens hem het aller aller beste toe. Hij stapt in het zwaait. En ik blijf achter met een kater.
De andere kinderen vragen al snel mijn aandacht. Jongens pak je fiets. We gaan onze kaarten bij de mensen door de brievenbus doen. 

En dan fiets ik met vier jongens, en een pakketje kaarten naar Bath en naar het dorp. We zijn twee uur onderweg. Dit gaf ze even afleiding en het heerlijke weer werkte ook mee. De rest van de middag verloopt stroef. De kinderen zijn snel geïrriteerd en boos op elkaar. De lontjes zijn erg kort. Ik merk weer temeer hoe het stormt in het gezinshuis als er 1 kind weggaat. Iedereen moet zijn plek weer vinden en dat zal de komende week nog wel even doorgaan. 
Nu is er stilte in huis. André is met de kinderen nog een rondje lopen. Ik kom tot rust en overdenk de dag. Ik pink een traantje weg. Hoe beschadigd is een kind. Na twee jaar geen enkele band te hebben opgebouwd met de mensen die voor je zorgen. Ik hoop en bid dat het beter met hem zal gaan in het nieuwe gezinshuis. En dat wij de komende tijd tot rust mogen komen. Maar daar ben ik nog niet zo zeker van.