Ik ga nog even naar mijn kantoor met een puber. Zij heeft hulp nodig met haar opdrachten van school. Samen maken we een gedeelte. Als ik haar begeleid lukt het haar wel. Alleen overziet ze het niet. Op school krijgt ze hiervoor ook altijd extra hulp. Maar ook dat ligt nu thuis. Toch ben ik heel blij met school. Ze bellen regelmatig om te vragen hoe het gaat en of ze nog iets kunnen betekenen. Ik laat de pubers in elk geval uitslapen. Die beginnen dus veel later aan hun schoolwerk. Maar dan kan ik het nog een beetje overzien.
Eind van de middag mogen de jongste pleegjes op de Play Station. Maar als ik na drie kwartier ga kijken is er 1 pleegje die eerst een half uur alleen heeft gespeeld en nu een kwartier met een ander pleegje aan het spelen is en de derde zit mee te kijken. Ik vraag waarom nummer drie niet mag spelen. De leider die al drie kwartier bezig is mompelt wat en gaat gewoon door. Ik zeg hem dat hij moet stoppen en nummer drie mag spelen. Dat gaat mis. Dit pleegje heeft steeds weer moeite om te stoppen als zijn schermtijd op is. En nu is het dit pleegje dat uit zijn plaat gaat. Als ook zijn telefoon tijd op is ontploft hij helemaal. Tijdens het avondeten gaat het al niet beter. Pleegje die school niet wilde doen is gezellig aanwezig. maar nu is het weer een ander. Na het eten stampt hij naar boven en we horen hem schelden en vloeken en zijn kamer verbouwen. Ik zucht. Ik ben zo klaar met dit gedrag. Ik weet het even niet meer. Er zijn er twee bij die steeds, soms na lange tijd, terug vallen in oud gedrag. Niet te bereiken zijn ze dan. Ik moet even weg. Even niets zien en horen. Maar waarheen? Ik zoek mijn kantoor op en kruip achter de computer. Even stoom afblazen en schrijven. Mijn grens is op dit moment even bereikt. Ik vraag me af hoe andere gezinshuizen dit doen. Ik probeer de lat niet te hoog te leggen als het gaat om schoolwerk. Ze hoeven het niet te doen. Maar rustig spelen doen ze dan ook niet. En als de één het niet hoeft te doen wil de ander het ook niet doen. Dus moet er toch iets gedaan worden. Ik probeer iets extra's te organiseren. Of extra film of knutselen. Maar ik snap ook dat het voor deze kinderen erg lastig is om ineens zo anders je dagen te vullen.
Maar dat neemt niet weg dat ik even geen energie meer heb. Ik wil mijn leven terug. Maar ik hoor net dat het voorlopig tot 1 juni duurt. Ik denk even maar niet verder en ga vroeg slapen. Morgen een nieuwe dag met nieuwe kansen. Ik denk terug aan zondag. De Heer is mijn Herder. Mij ontbreekt niets. Er komt een dag dat het over is en we weer ons leven kunnen leven. Maar hopelijk anders dan voorheen. Meer samen. Meer gericht op de ander en op God. Dat is mijn enige houvast. Mijn troost en steun. Als ik het even niet meer weet. Hij is er altijd.
Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom
en niets dat mij ontbreekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten