gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

woensdag

afwijzing

De eerste weken van 2017 zitten er alweer op. Wat gaat de tijd snel. Zeker als je dagen vol zitten.
En dan ineens sta je stil. Ziek. Griep. En wat is dat moeilijk voor mij. Ik sleep me uit bed en doe mijn ding met af en toe even liggen tussendoor. Maar als het eenmaal avond is barst mijn hoofd bijna uit elkaar. Ik heb het koud en warm tegelijk. Dus de volgende ochtend blijf ik toch echt liggen. Ik hoor de stemmen van de kinderen. Zacht, fluisterend in de veranda. Stampende voetstappen. Heen en weer lopen. Zou alles goed gaan? Vergeten ze niets? Eigenlijk ben ik te moe om me daar zorgen om te maken. Ik geeft me over en doezel nog even weg. En dan is het stil in huis. Er is nog één pleegje vrij. Hij heeft de tafel afgeruimd en is aan het spelen. Manlief is met twee pleegjes naar de orthodontist. En ik stap onder de douche. Langzaam kom ik op gang.
Nu zit ik met een mok koffie en mijmer verder. De afgelopen tijd was heftig. Ik kan met alles wat in mij is niet voorkomen dat onze kinderen worden teleurgesteld. Pijn gedaan. Vertrouwen wordt beschaamd. Ze groeien op in een wereld die niet lief en aardig is. Kinderen zijn naar elkaar toe genadeloos. Beseffen niet hoeveel pijn ze de ander doen met dat wat ze zeggen en dat wat ze doen, of juist niet doen. Opmerkingen als: jij ziet je moeder lekker niet vaak of ga terug naar je eigen land??
Maar ook volwassenen beseffen vaak niet dat wat zij doen of zeggen impact heeft op de kinderen. Afwijzing. Jij hoort er niet bij.
Ook de confrontatie met het netwerk is soms heftig. Ze zitten vaak klem tussen twee werelden. Maken zich zorgen om dingen waar een kind zich helemaal geen zorgen om behoord te maken. En allemaal reageren ze in gedrag anders. De één klapt dicht en verwerkt in stilte. De ander gooit het meubilair door de kamer of zoekt in alles de discussie op. Soms loop ik er zo op leeg. Want iedere reactie geeft ook weer een tegenreactie. En dat is soms heel veel herrie met zeven pleegjes. Maar het maakt me ook strijdvaardig. Het  doet me pijn om hun verdriet en onmacht te zien. Ik denk aan die Psalm.
De Filistijn, de Tyriër, de Moren,
Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht;
Van Sion zal het blijde nageslacht
Haast zeggen: "Deez' en die is daar geboren".

We zingen het uit volle borst mee. Toch? Maar brengen we in praktijk wat we zingen?  Beseffen we echt wat we zingen?
Deze kinderen, zo kwetsbaar, hebben juist mensen om hen heen nodig die zeggen: je bent welkom. Je hoort erbij. Ongeacht je huidskleur, ongeacht waar je vandaan komt, ongeacht je achtergrond, ja zelfs ongeacht je gedrag.
Ik schrik ervan dat er juist binnen onze christelijke cultuur zoveel onbegrip en discriminatie is. Zoveel afwijzing. Jezelf beter achten dan de ander. Terwijl Jezus zegt: maar gij geheel anders.
ALs ik terug kijk op de afgelopen 15 jaar dat wij dit werk doen zijn er zoveel voorbeelden te noemen. Zoals dat jongetje dat weggestuurd werd bij een vriendje uit zijn klas. Jij bent een raar jongetje, jij mag hier niet spelen. Hij kwam bij ons verdrietig thuis. Hij snapte het niet. Mama Jenny: deze mensen zijn toch ook christen? Ik zit bij dat jongetje in de klas.
Ik snap dat als je naar het gedrag van sommige van onze kinderen kijkt, je ogen en oren soms klapperen. Maar stuur dan een kind niet weg, maar ga in gesprek. Zo alleen kan je begrijpen waarom een kind doet wat hij doet.
Ik kan me dan soms net zo troosteloos voelen als het weer nu buiten. Druilerig, mistig en grauw. Dan bid ik: Heer leer mij te zien met U ogen. Dat ik dicht bij mezelf blijf. Wat kan ik doen om het verschil voor die ander te maken.
Dan kan ik door het troosteloze, de hoop zien gloren.
En hoor ik Zijn belofte: Eens zal Ik alles nieuw maken.