gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

maandag

Coronavirus. Overleven in het gezinshuis. deel 7 weekend

Ik loop weer in de polder. Met om mij heen vijf pubers. Steppend, op een Hoover board, en naast mij twee puber boys. We stappen stevig door. En er komt een gesprek. Het idee kwam van puber boy. En dat werd eerst begroet met. Neee,  niet wandelen. Maar het bleek toch echt een goed idee. De jongste twee pubers springen heel de dag op de trampoline. Maar als je de 15 jaar gepasseerd ben weet je echt niet meer wat je doen moet. Dan komen de muren dus op je af. Dus gingen ze allemaal mee. André bleef thuis voor de jongere kinderen. En ik mocht ook mee. Of ik vandaag nog niet genoeg had gelopen.


Maar dat was wel een ontzettend leuk loopje. 
Het weekend begon goed. Iedereen had heerlijk uit geslapen. Dus om 10 uur zaten we pas aan een verlaat ontbijt/koffietijd. In de loop van de ochtend zijn manlief en ik op pad gegaan. Bloemen bezorgen bij mensen die op dit moment even een bloemetje nodig hadden.  Even ter bemoediging. André had kaartjes gemaakt. Wat is dit ontzettend leuk om te doen. Die blije gezichten van mensen. Even iemand die vraagt hoe het met je gaat. Veel mensen zijn eenzaam en alleen. Durven of kunnen de deur niet uit. Dan is het super fijn als er mensen zijn die je even aandacht geven. Andere mensen hebben ook een wijk op zich genomen. Zo zijn er weer veel mensen blij gemaakt.



Bij het avondeten kwam het gesprek op de verschrikkelijk saaie dagen. Ik vraag ze wat ze zouden doen als corona over was of als er in elk geval weer van alles open gaat. Wat is het eerste dat je dan ga doen? Daar hadden ze nog niet over nagedacht. Ik stel voor om een leuk dagje uit te gaan met alle kinderen. Maar dat wordt niet echt gewaardeerd. U denkt toch zeker niet dat ik een dagje weg gaat met al deze kinderen waar ik weken mee opgesloten heb gezeten? Echt niet. Wij gaan wel logeren en dan kunnen jullie weg. Al pratend ontstond het idee om vanavond te gaan wandelen. Dan ben je er even uit. Even iets anders. De kinderen genieten van het buiten zijn en van de ruimte die er is. Geen of nauwelijks auto's die voorbij rijden. Dus de hele weg voor jezelf. Hier kan ik echt van genieten. Even de boze buien loslaten. Al pratend met de puber boys komen we na drie kwartier weer thuis. Morgen weer!

De zondag begint ook heerlijk laat. Na het ontbijt gaan de jongste drie werken aan het Paasproject. Ze waren hier al aan begonnen in de kerk. Nu het er voorlopig niet inzit dat we bij elkaar komen als kerk zijn alle werkjes thuisgebracht. Super goed idee. En terwijl zij knutselen luister en kijk ik mee met de dienst die wordt uitgezonden vanuit onze eigen kerk. Fijn om op deze manier toch verbonden te zijn.




Op de plaat zijn een groot kruis, de Bijbel, een palmtak, het open graf en de morgenster getekend. Daar staan stipjes op waar de kinderen een pinnetje in moeten prikken. Als dit klaar is gaan ze er met wol omheen. Ze vinden het heel leuk om te doen.
Na het avondeten roepen de pubers: wandelen. Ik kreun. Het is zo koud. Weet je het zeker? Een volmondig : ja. Dus daar ga ik weer. Toch is het zo goed om even uit te waaien. De wind snijd in mijn gezicht. Het is echt heel koud. Maar de gesprekken die ontstaan zijn goud waard. Ik zie de kinderen genieten. 
Zo komt er een einde aan dit weekend. Het was goed om even op te laden. Klaar voor de nieuwe week die komen gaat. Ik probeer me meer te focussen op alle dingen die goed gaan. Die zijn er genoeg, maar dat sneeuwt vaak onder door de strijd en boosheid van de ander. We kregen een bemoedigend kaartje. Soms voel ik me niet zo. Ik ben geen held. We zijn allemaal helden. Gezinshuisouders! Zet hem op allemaal. 














vrijdag

Coronavirus. Overleven in het gezinshuis deel 6

Ook de woensdag verliep niet helemaal gladjes. Maar toch merk ik wel dat de kinderen wennen aan het thuis werken. Mogen we een rondje fietsen? Tja, wat doe je dan. Binnen blijven of in de tuin van je eigen huis. Maar fietsen samen? Ik maak een goede afspraak met de jongens. Samen. Alleen in de polder, niet naar het dorp. Dus echt een rondje hier. Een half uurtje fietsen ongeveer. Kunnen ze even hun energie kwijt. En ze hebben zich aan hun afspraak gehouden.
Onze slecht etende puber vraagt of we nog eten hebben. Ja natuurlijk. Genoeg. Maar niet wat ze lekker vind. Ik vraag haar of ze pannenkoeken wil bakken. Het is woensdagmiddag en in plaats van brood een goed alternatief. Ze heeft wel trek in pannenkoeken maar zelf bakken? Natuurlijk niet. Ik hoor heel de dag: ik verveel me. Maar dit ga je natuurlijk niet doen. Maar er is al iemand anders die dit wel doen wil. Dus eten we heerlijk pannenkoeken.  
We hebben nog even gewerkt aan de vlinders. Die zijn nu allemaal ingekleurd/getekend. Nu nog een kaartje van maken en dan gaan we ze de komende week rondbrengen. Dus zo hebben we nog een activiteit tegoed. De woensdag eindigt in een heftig escalatie. Zo verdrietig om te zien hoeveel last de andere kinderen ervan hebben. Maar ik merk ook aan mezelf dat het op is. Als je iedere dag uitgescholden wordt dan is het incasseren en pedagogisch nadenken, over hoe het komt en dat het logisch is gezien de problematiek, wel een beetje op. Als ik ons jongste pleegje op bed leg, kijkt hij me met zijn Bambi ogen aan. Ik was braaf toch vandaag? Ik smelt. ja hoor. Je hebt goed je best gedaan. Dat niet alles even goed verloopt maakt niet uit. Maar dat je wel je best doet om het gezellig te houden is super goed. 
Donderdag kunnen ze allemaal tegelijk beginnen met hun huiswerk. Want ja, we hebben vier laptops te leen gekregen. Dus kunnen ze nu allemaal werken. Super fijn. Op hun eigen kamer zodat ze elkaar niet kunnen irriteren. Ik hoef niet meer te sporten, want ik loop in huis de marathon als ik alle kamers steeds na moet lopen om te helpen. Toch kunnen ze ook veel zelfstandig. Het was een super fijne rustige dag. Het lijkt erop dat iedereen zijn draai gevonden heeft. Maar dat was weer te voorbarig gezegd. 
Vrijdagochtend begint goed. Maar in de loop van de dag gaat het weer minder. Ik zie wel dat de oudere pleegjes steeds meer afstand kunnen nemen van het boze onrustige pleegje. Daardoor ontstaat er minder ruzie. De gesprekken aan tafel gaan veel over de situatie hoe het nu is. Hoe lastig het is om allemaal thuis te zijn. En niemand gaat logeren dit weekend. En hoe moet dat dan als het heel lang duurt. Of als we zelf ziek worden. Zien we papa en mama nog wel? Allemaal vragen die er gelukkig uit komen. 
Om de tijd een beetje vol te maken haal ik voor 1 pleegje zijn zomerkleding tevoorschijn. Jippie! Mijn lievelings. Ik pas alles nog hoor. Alles is altijd zijn lievelings. Maar als hij gaat passen ziet hij zelf ook wel dat hij overal in hangt. Wat ben je gegroeid knul.! Hij glimt van oor tot oor. Liefst wil hij alles houden, maar als hij hoort dat hij dan allemaal nieuwe kleding krijgt mag alles weg. Een vuilniszak vol. Dat ruimt op. Gaan we nu nieuwe kleren kopen? Eh, nee. Nu nog niet. Als alle winkels weer een beetje open gaan wel. Als ik zelf mijn boodschappen ga doen loop ik toch even bij de Hema naar binnen. En scoor een paar mooie T-shirts. En hiervan gaat pleegje nog meer glimmen. Zo simpel. Even een 1op1 moment . Maar wat waardevol. Ik kom tot rust en pleegje geniet van dit moment. 
Vol vertrouwen gaan we het weekend in. 

dinsdag

Coronavirus. Overleven in het gezinshuis. deel5

Ik klap de deur achter me dicht. Het is me nu echt even teveel. En voordat ik dingen ga zeggen en doen waar ik spijt van krijg, stap ik er even uit. Pleegje kijkt me met grote ogen aan. Die heeft de pech dat dit de laatste druppel is. De wind snijd in mijn gezicht. Het doet me even goed. De polder in met de zon die bijna onder gaat. De lucht tekent het avondrood. Ik vraag mezelf vertwijfeld af wat er met me gebeurt. Hoe het komt dat ik nu lijnrecht tegenover manlief kom te staan. Bedoelen we hetzelfde of niet? Onze aanpak is altijd duidelijk. Maar niets is meer duidelijk in deze crisis. Stond het met één pleegje voor de crisis al op scherp en was het op het randje van redden we het of valt pleegje om. En ja. Nu valt pleegje om en valt ons hele gezinshuis mee. En moeten de andere het bekopen met een gezinshuismoeder die geen geduld meer heeft. De tranen rollen over mijn wangen. Toch wel heerlijk om je even te kunnen laten gaan. Niemand die hier last van heeft of met allerlei vragen komt. Ik moet gewoon even alleen zijn en dit met mezelf uitvechten. Er zullen mensen zijn die me nu niet erg professioneel vinden. ( je hebt er toch zelf voor gekozen)Maar dat is dan maar even zo. Niets is meer hetzelfde. Ik wil eerlijk naar mijn eigen aandeel kijken. Vanmiddag stelde ik de vraag nog aan manlief. Vind je me nog wel leuk? Hij moest er hard om lachen. Maar ik meende het echt. Ik vind mezelf namelijk helemaal niet meer leuk. Ik mopper, ik zeur en ik klaag. Ruim je kamer op, doe je huiswerk, maak geen ruzie. Of lijkt dit maar zo? Ik probeer uit te leggen aan de kinderen dat we dit toch echt met elkaar moeten doen, dan is het een stuk gezelliger. Niemand heeft hiervoor gekozen. Ik snap dat als alles wat zeker was en duidelijk nu ineens zo onzeker is het spanning oproept. maar we hebben geen keus. Ik heb geen enkel moment van ontspanning. ben heel de dag alle ballen omhoog aan het houden. Van politie, schoonmaker, administratief medewerker, brandweer, kok tot schooljuf en ergens er tussenin ook nog vrouw van en moeder en oma van. Kleinzoon is ziek. Hoge koorts en hoesten. Zit in quarantaine thuis. Het is allemaal zo spannend en onrustig. Dan kom ik weer uit bij de Bron van mijn leven. Heer zorgt u voor ons. Het is al bijna donker als ik terug kom van mijn avondwandeling. Ik zet er nog even flink de pas in. Thuis gekomen is de rust weergekeerd in huis en een beetje in mijn hoofd. Morgen ga ik het anders doen.
En voor we gaan slapen even alles weer goed op een rij zetten samen.

Het is vandaag niet alleen maar "niet leuk" geweest. De kinderen hebben allemaal goed hun schoolwerk gedaan. Voor het eerst zonder woede uitbarstingen. In tweetallen buiten spelen werkt een stuk beter. Het is alleen een gepuzzel om iedereen om beurten achter de computer hun werk te laten doen. Er is 1 kind dat een laptop van school heeft. Maar de anderen moeten het doen met 1 computer. En ze moeten veel digitaal werken. 
Ook hebben ze nog gewerkt aan de vlinders. Die moesten versierd worden met tekeningen. Dat ging eerst niet helemaal goed. Ze waren alleen maar aan het gek doen en elkaar aan het opjutten. En toen stonden er ineens hele rare tekeningen op. Ik vroeg hen of ze dit zo konden geven aan mevrouw.. uit de kerk. Ze keken me stomverbaasd aan. Nee, dat is een beetje gek ja. Dus moeten er een paar nieuwe worden geknipt. Geen probleem. 



Ik merk dat het hele gebeuren van het coronavirus de kinderen erg bezig houd. Het is lastig als je eigenlijk een bezoek met mama hebt en dat gaat niet door. Of je zou gaan logeren en je moet in het gezinshuis blijven. Het is niet alleen voor ons als gezinshuisouders moeilijk, maar ook voor de kinderen zelf.
Morgen woensdag. Een korte dag, zou onze jongste zeggen. Ja. Een korte schooldag. En in de middag maar iets leuks bedenken. We gaan er morgen weer een leuke dag van maken.  


maandag

Coronavirus. Overleven in het gezinshuis. deel 4.

Maandagochtend. Het is moeilijk wakker worden. Ik  heb slecht geslapen. Mijn hoofd werd niet stil. Als ik opsta voelt het of mijn rug beurs is en stijf. Na een lekkere douche gaat het beter. Ik denk toch dat de klap van de auto harder was dan ik dacht en dat ik er dus meer last van heb. Ik had bedacht dat ik iets later uit bed zou komen zodat we de dag iets later opstarten. Het is anders een behoorlijk lange dag en sommige kinderen zijn al in de ochtend door hun schoolwerk heen. En als de verveling toeslaat gaan ze zeker ongewenst gedrag laten zien. De eerste die ik roep komt al niet goed uit bed. Ik krijg al verwensingen naar mijnhoofd en een middelvinger. Dat beloofd wat vandaag.  Om 9.00 uur kan iedereen starten met schoolwerk. De eerste is al na drie kwartier klaar. De volgende om 11.00 uur. Maar pleegje die al niet echt goed uit bed kwam maakte het weer erg bont. Hij snapte zijn rekensommen niet. Manlief heeft met veel geduld uitleg gegeven, maar pleegje wilde dat manlief ook alle antwoorden voor hem berekende. Nee maat, je hebt je uitleg gekregen en nu doe je het zelf. Veel gemopper en gescheld. De juf belt. Hij verteld de juf dat het niet lukt. De juf legt hem nog een keer uit hoe hij de sommen moet doen. Als hij naar zijn kamer gaat wil hij weer dat André mee komt. André loopt mee en legt hem het nog een keer uit, maar dat is niet naar zijn zin. En bam. Daar is weer een ontploffing. Maar er zijn meer kinderen die hulp nodig hebben, dus laten we hem op zijn kamer even uitstieren. Maar daar blijft het niet bij. Hij hoeft zijn sommen niet te maken, maar ook dat is niet goed. Wij moeten luisteren en doen wat hij wil. De speelkamer wordt verbouwd. Dit gaat tot na het middageten door. Dan komt hij aan en vraagt of de sommen nagekeken kunnen worden. Alles is gemaakt. En goed ook. De rest van de middag blijft het respectloos gedrag en veel schelden en schreeuwen. Ik stel voor om met de andere drie pleegjes te knutselen. We knippen vlinders uit. Als we die klaar hebben kunnen ze weer naar buiten. Morgen gaan we verder. Dan kunnen ze versierd worden. Wat we ermee gaan doen is nog een verrassing. Hier genieten ze erg van. Even iets anders dan school of in de tuin. 


Ik ga nog even naar mijn kantoor met een puber. Zij heeft hulp nodig met haar opdrachten van school. Samen maken we een gedeelte. Als ik haar begeleid lukt het haar wel. Alleen overziet ze het niet. Op school krijgt ze hiervoor ook altijd extra hulp. Maar ook dat ligt nu thuis. Toch ben ik heel blij met school. Ze bellen regelmatig om te vragen hoe het gaat en of ze nog iets kunnen betekenen. Ik laat de pubers in elk geval uitslapen. Die beginnen dus veel later aan hun schoolwerk. Maar dan kan ik het nog een beetje overzien. 

Eind van de middag mogen de jongste pleegjes op de Play Station. Maar als ik na drie kwartier ga kijken is er 1 pleegje die eerst een half uur alleen heeft gespeeld en nu een kwartier met een ander pleegje aan het spelen is en de derde zit mee te kijken. Ik vraag waarom nummer drie niet mag spelen. De leider die al drie kwartier bezig is mompelt wat en gaat gewoon door. Ik zeg hem dat hij moet stoppen en nummer drie mag spelen. Dat gaat mis. Dit pleegje heeft steeds weer moeite om te stoppen als zijn schermtijd op is. En nu is het dit pleegje dat uit zijn plaat gaat. Als ook zijn telefoon tijd op is ontploft hij helemaal. Tijdens het avondeten gaat het al niet beter. Pleegje die school niet wilde doen is gezellig aanwezig. maar nu is het weer een ander. Na het eten stampt hij naar boven en we horen hem schelden en vloeken en zijn kamer verbouwen. Ik zucht. Ik ben zo klaar met dit gedrag. Ik weet het even niet meer. Er zijn er twee bij die steeds, soms na lange tijd, terug vallen in oud gedrag. Niet te bereiken zijn ze dan. Ik moet even weg. Even niets zien en horen. Maar waarheen? Ik zoek mijn kantoor op en kruip achter de computer. Even stoom afblazen en schrijven. Mijn grens is op dit moment even bereikt. Ik vraag me af hoe andere gezinshuizen dit doen. Ik probeer de lat niet te hoog te leggen als het gaat om schoolwerk. Ze hoeven het niet te doen. Maar rustig spelen doen ze dan ook niet. En als de één het niet hoeft te doen wil de ander het ook niet doen. Dus moet er toch iets gedaan worden. Ik probeer iets extra's te organiseren. Of extra film of knutselen. Maar ik snap ook dat het voor deze kinderen erg lastig is om ineens zo anders je dagen te vullen. 
Maar dat neemt niet weg dat ik even geen energie meer heb. Ik wil mijn leven terug. Maar ik hoor net dat het voorlopig tot 1 juni duurt. Ik denk even maar niet verder en ga vroeg slapen. Morgen een nieuwe dag met nieuwe kansen. Ik denk terug aan zondag. De Heer is mijn Herder. Mij ontbreekt niets. Er komt een dag dat het over is en we weer ons leven kunnen leven. Maar hopelijk anders dan voorheen. Meer samen. Meer gericht op de ander en op God. Dat is mijn enige houvast. Mijn troost en steun. Als ik het even niet meer weet. Hij is er altijd. 

Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom
en niets dat mij ontbreekt.


Coronavirus. Overleven in het gezinshuis. deel 3.

Zaterdagochtend. Ik word wakker van de eerste zonnestralen op mijn gezicht. Heerlijk wakker worden. Het is nog rustig in huis. De kinderen hebben geleerd op hun kamer te blijven tot ze worden geroepen. Voor pubers is dit geen opgave. Die willen helemaal niet meer geroepen worden. Maar voor de jongere kinderen is dit soms lastig. Want niet alleen op je kamer blijven, maar ook stil iets voor jezelf doen is de regel. Dat stil zijn is iets lastiger, maar ze leren het best wel. Na het late ontbijt hebben twee kids hun kamertijd. Ze kiezen beide voor lego. De andere twee gaan naar buiten en al snel komt daar één van de pubers bij. Ik wil beginnen om mijn administratie en boekhouding weg te werken, maar het is buiten net oorlog. Er wordt gegild en geschreeuwd, zo erg dat ik me niet kan concentreren. Ze spelen wel en maken geen ruzie. Maar het lawaai is niet leuk meer. Ik stop maar en wacht tot manlief thuis is. Het is fijn dat het zo lekker weer is en na de koffie alle kinderen naar buiten kunnen.
Halverwege de middag wil er 1 pannenkoekjes bakken. Hebben we in elk geval iets te doen. Dus haal ik het gourmetstel tevoorschijn. De pannetjes halen we eraf en zo kunnen ze met zes tegelijk kleine pannenkoekjes bakken. De jongste kinderen vinden het nog een beetje lastig, maar onze oudste pleeg wil wel helpen. Het is een gezellige boel. Dit geeft weer energie. Een mooi moment.



's Avonds hebben we met de pubers nog een discussie over weg gaan naar een plek die eigenlijk gesloten is. En het opzoeken van anderen. Wat kan wel en wat kan niet? Wij zijn een beetje streng misschien, maar willen ook uit respect voor de getroffenen van het coronavirus, zoveel mogelijk thuis blijven. Maar ik begrijp ook dat lang niet alle pubers dit begrijpen en het lastig is voor hen. En dan heb ik daar weer last van. Ik ben wel benieuwd hoe anderen dat doen met pubers in huis.

Zondagochtend weer heerlijk gewekt door de zon op mijn gezicht. Ik ga naar de kerk. Onze kerk is ook gesloten vanwege de coronacrisis. Maar we komen met een heel klein groepje bij elkaar om toch een dienst te houden en deze op te nemen. Dezelfde ochtend stond hij al op de website. (www.delevensbronsrilland.nl). Dit was voor mij echt even eruit zijn. Even opladen. 
De rest van de dag verloopt redelijk rustig. Het was heerlijk weer en de kinderen konden lekker in de tuin spelen. Met de nodige ruzie die elkaar soms ook weer vanzelf oplosten komt de dag ten einde. 
Op naar een nieuwe schoolweek thuis.






zaterdag

Coronavirus. Overleven in het gezinshuis. deel2.

Donderdag lees ik het bericht dat nu ook alle Makro en Sligro winkels open zijn voor iedereen. Ik dacht: kan ik beter nu even gaan voordat het ook daar een gekkenhuis is. Het viel mee, maar drukker dan normaal was het wel. Op de parkeerplaats was het een gekrioel van auto's. Iedereen wil zo dicht mogelijk bij de deur staan. Ik rij mijn kar terug en sta even stil, omdat er voor mij een auto die op een plek wilde gaan staan dicht bij de deur en op het laatste moment NP zag staan, achteruit komt. Ik zwaai en roep. Hij stopt. Maar direct wordt ik vanachteren aangereden door een andere auto die ook achteruit kwam. Vol in mijn rug. Gaat het mevrouw, roept er iemand. Een oud mannetje die zijn auto aan het inladen was maakt een vuist en roept tegen de chauffeur wat verwensingen. Maar alleen die mevrouw komt even naar mij toe. De auto wil wegrijden. Maar ziet toch waarschijnlijk de opschudding die hij veroorzaakt heeft. De bijrijder komt uit de auto en vraagt of het gaat. Ehh, nee niet echt, je rij net vol in mijn rug. Ik loopt verder om mijn karretje weg te brengen. Het gaat wel hoor. Als ik terug naar mijn auto loopt vraagt mevrouw nog of het echt wel gaat. Lukt wel, hoor ik mezelf zeggen. Pleegje zit in de auto. Zij was al gaan zitten en heeft niets meegekregen van wat er gebeurde. Ik voel mijn rug en nek. Thuis gekomen bedenk ik me dat ik beter even het kenteken op had kunnen schrijven. Want wat nou als ik last blijf houden. 
De jongste pleegjes zijn gevieren naar buiten gegaan. Toch maar weer proberen of het lukt. Maar nee. Binnen vijf minuten staat er 1 binnen. Huilend want ze schelden hem uit en willen zijn bestuurbare auto kapot maken. Ik geef hem een pluim dat hij uit de situatie is gegaan en niet verder is gegaan met ruzie maken. Ga maar in de speelkamer rijden met je auto. Normaal mag dat niet, maar nu moeten er soms even uitzonderingen gemaakt worden. Hij is nog maar net naar de speelkamer of nummer twee komt zich al huilend melden. Nu schelden en pesten ze hem. Ik geef ook hem een pluim dat hij niet terug is gaan ruzie maken en ook hij kan naar de speelkamer. Maar doet u er niets aan dan dat ze me pesten? Nu even niet. Straks mogen jullie twee op de PlayStation en zij blijven buiten. Zijn gezicht klaart op. Samen spelen ze nog een half uurtje binnen en mogen dan op de PlayStation. De twee ruziemakers voelen waarschijnlijk al nattigheid want zij durven niet komen vragen of ze schermtijd mogen. Ze weten de consequentie van pestgedrag. 
Vandaag hadden we onze eerste zieke ook al thuis. Hoesten en hoofdpijn en heel moe. Dus een dag in bed blijven en geen contact met de anderen. Het avondeten verloopt redelijk rustig. De borden blijven in elk geval staan en heel. Dan moeten we nog video bellen met een moeder. En beslissen we samen dat het logeren dit weekend niet door gaat. Het is op dit moment even niet verstandig. Pleegje neemt het goed op. Hij snapt het gelukkig wel. Het is ook zo verschrikkelijk moeilijk voor deze kinderen. Alles wat hen houvast en zekerheid gaf ligt overhoop. Geen school, geen bezoeken, geen logeermomenten, geen zorgboerderij en geen sport. Misschien kunnen we dan gezellig gaan wokken: roept er één. Want er is vandaag een pleegje jarig. Kan dat ook al niet? Gezellige verjaardag. Moedeloos worden ze ervan. Alles is gewoon dicht. We kunnen dus helemaal niets gaan doen? We moeten het met elkaar gezellig maken. Als de twee jongste kinderen naar bed gaan neem ik een emmer sop en de stofzuiger mee. Deze twee kamers eerst maar doen zodat ze morgen weer schoolwerk kunnen doen. De speelkamer ook direct mee genomen en de was. Dit ruimt even op. Morgen de rest. Als alles op bed ligt ben ik moe. 

Vrijdagochtend gaan alle kids weer aan de slag. Het lijkt erop dat het wat beter opstart. Het is wel even plannen. We hebben 1 gezamenlijke computer. 1 kind heeft een eigen laptop en 1 kind heeft een laptop van school. En 1 kind werkt. Maar dan blijven er nog vijf over die om beurten hun werk op de computer moeten doen.  Als iedereen aan het werk is komt ook mijn hulp. Wat ben ik blij dat zij wel komt. Even goed door het huis heen soppen. Eind van de ochtend is mijn huis netjes, zijn de kinderen klaar met hun school werk (zonder al teveel gemopper) en zijn ze de middag lekker vrij.
Ik ben blij met de scholen waar de kinderen op zitten. Ze hebben allemaal hun best gedaan om ervoor te zorgen dat de kinderen kunnen werken. Regelmatig belt er een juf of meester hoe het gaat. Een pluim voor hen! 
Als er verder goed wordt gespeelt mogen de kids na de koffie een film kijken. En dat vinden ze echt wel leuk. Dus doen ze ook goed hun best. 
Zo gaan we rustig het weekend in. Geen zieken meer, genoeg boodschappen om zaterdag toch nog even aandacht aan de verjaardag te besteden van ons eerste pleegje dat 18 jaar is geworden. En even uit te rusten. De eerste week thuis hebben we best goed gedaan.
Als ze 's avonds op een rijtje in pyjama op de bank zitten met een bak chips op schoot en genieten van de film (de tweede vandaag), ben ik dankbaar. Het blijft ondanks alle strubbelingen en heftige momenten toch het mooiste beroep dat er is. Gezinshuisouder.  






donderdag

Coronavirus. Overleven in het gezinshuis deel1.

Overal hoor je berichten dat Nederland in rust en stilte komt. Berichten voor iedereen die nog hard aan het werk is. Applaus voor de zorg en de supermarkten. Helemaal mee eens hoor. Het is een zware, moeilijke en onrustige tijd. Maar daalt voor veel mensen de rust neer en ont stressen ze. Is dit in ons gezinshuis anders. Hier geen rust en stilte, maar oneindig veel boze buien, herrie en rommel, heel veel rommel.
Ons gezinshuis stuitert. Sinds maandag zijn alle 8 kinderen thuis. Geen school, geen stage, geen dagbesteding, geen logeer weekenden en geen sport. En dat nieuws wordt verschillend opgepakt. Ik denk: hoe ga ik dat doen? Ik heb niet genoeg computers om ze allemaal aan het werk te zetten. Een aantal pubers denkt: haha lekker extra vakantie. Ik ga chillen met vrienden. En de basisschool kinderen ontploffen. Hoezo niet naar school. Ik wil naar school en ik wil naar de voetbal. De dag verliep moeizaam. En dan hebben we best een groot huis en een grote tuin. Maar het gevoel dat je opgesloten zit. Ik ga vol goede moed naar de supermarkt, maar wat een desillusie. Het lijkt wel oorlog. Ik heb er nog een baan bij. Op zoek naar eten om 10 monden te vullen. Geen grap. Ik ben drie supermarkten afgelopen voor ik voor drie dagen eten in huis had. En dan die blikken van andere mensen. Ik schaam me als ik van sommige producten meer nodig heb dan het gemiddelde. Ik ben dan geneigd om hard te roepen dat ik voor 8 kinderen zorg. maar in mijn eigen supermarkt weten ze dit gelukkig wel.Thuis vallen we van de ene in de andere woedeaanval. 
Dinsdag gaat het al niet beter. Een aantal kinderen heeft al huiswerk. Dat komt dus goed op gang. En gelukkig zijn er een paar bij die het redelijk zelfstandig kunnen doen. Het overzicht van school is duidelijk en er kan altijd gebeld worden. En dan komt er ook gewoon iemand van school om te helpen als het met inloggen niet lukt. Maar de woedeaanvallen gaan door. Ongelooflijk hoe 1 kind de hele boel kan traineren. De deur hangt scheef van het getrap. De t en k scheldwoorden zijn niet van de lucht. Ons nieuwe pleegje kijkt verbaasd. Dit mag ik echt niet zeggen allemaal hoor van mijn moeder. Nee, ik had ook liever anders. maar daar heeft dit pleegje geen boodschap aan. Hij scheld gewoon door. Een bord vliegt door de lucht en breekt in honderdduizend stukken. Er vliegt er 1 de tuin in. Het hek zit gelukkig al op slot. Dus weglopen kan niet. Dat zou wat zijn zeg. Een wegloper in deze tijd. Iedereen reageert op elkaar en de spanning loopt op. Dinsdagavond ben ik een uitgewrongen sponsje. Twee dagen. En ik moet nog een aantal weken.
Woensdag heeft iedereen zijn schoolwerk en komt er meer structuur in. Maar het boze pleegje is het niet kwijt. Was het voor de crisis al niet makkelijk met hem. Is het nu gewoon niet te doen. Als hij moet rekenen en zelfs hulp krijgt van manlief die echt heel geduldig iets kan uitleggen, ontploft pleegje weer. Ik ga dit niet doen. Dan maar niet. Energie steken in iets wat niet werkt moeten we zeker nu niet doen. Als de andere kinderen klaar zijn gaat manlief met hen naar het natuurgebied om te lopen en oa. vogels te spotten. Even rust. Morgen wordt het vast beter. 
Donderdag. Op tijd beginnen de kinderen aan hun schoolwerk. Er wordt hier en daar nog gestuiterd en heeft er één geen zin. Maar het is al rustiger. Ze merken dat ze sneller klaar zijn dan wanneer ze op school zitten. En als je klaar bent mag je de tuin in. Ik trek me even terug op mijn kantoor. Ik heb het gevoel dat er niets nuttigs uit mijn handen komt. Ik sta op overleven en vraag me af hoelang ik dit vol kan houden. Natuurlijk heb ik meer van die momenten dat ik er even klaar mee ben. Maar dan zeg ik tegen manlief: doei, ik ben even weg. Even stoom afblazen bij een vriendin, of even wat drinken ergens. Maar dat is er nu niet bij. Waar zou ik heen moeten? Zo min mogelijk contacten. En ja, dat moet ook met een huis vol met kinderen. Nu is iedereen gewoon 24x7 thuis en moeten we het met elkaar doen. En als er maar 1 is die dit niet wil heeft dit invloed op iedereen. De telefoon staat niet stil. Scholen bellen, ouders bellen, voogden bellen en mijn mailbox loopt vol. Gelukkig hebben de scholen begrip voor het feit dat wij in eerst instantie bezig zijn met overleven. En naast al deze perikelen verwachten ze ook nog dat ik mijn huis regelmatig ontsmet. Nou, dat gaat ook echt lukken hoor. De was stapelt zich op. In mijn huis is het alsof er een bom is ontploft. Overal troep, was en schoolspullen en daartussen nog kinderen die niet meer weten wat ze moeten doen. Het huilen staat me nader dan het lachen. Zelfs nu ik achter mijn computer zit hoor ik het geschreeuw buiten. Manlief is erbij, dus het gaat best goed. Maar het geeft geen rust. Ik open mijn mailbox. Ik moet toch echt iets gaan doen. De eerste mail die ik open is van onze gezinshuisbegeleidster. Een virtuele bos bloemen met een bemoedigende tekst. En dan komt mijn ontlading. Tranen lopen over mijn wangen. Ik weet echt wel dat ik gewaardeerd wordt. En dat niemand nu iets anders kan doen dan dat wat ze doen. Maar dit doet even zo goed. En ik ben het even kwijt. Ik ga weer aan de bak.