gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

maandag

wegloper

Het is nog rustig in huis. Alle kinderen zijn dit weekend logeren en ik heb even tijd om tot rust te komen. En dat was even nodig. Wat een weken hebben we achter de rug. En toen was het weer zover. Vorige week hadden we een wegloper. En dan is ons gezinshuis even van slag. De andere kinderen zijn gespannen. Wanneer komt hij terug? En hoe komt hij terug? Is hij nog steeds zo boos als eerder op de dag? En komt de politie? De gesprekken gaan over het niet begrijpen. Waarom doe je dit? Vragen , vragen. Als de telefoon gaat dat pleegje gevonden is komt er meer rust in ons huis. Maar dan komt de vraag: komt pleegje terug? Voorheen hadden we al twee keer weglopers die daarna uitgeplaatst zijn. Een kind dat niet bij je wil zijn en steeds wegloopt is niet te doen. We willen ook nog gewoon gezin zijn.  De hele week stond in het teken van bellen, afspraken maken en zoeken naar een juiste plek. Want we zijn met elkaar tot de conclusie gekomen dat terug komen geen optie is. Niet voor pleegje en niet voor de andere kinderen.En dan moet ik loslaten. Niet echt mijn sterkste kant. Ook al weet ik dat het echt niet meer haalbaar is, vind ik het lastig om het los te laten. Ook al weet ik dat we er als gezinshuis met elkaar alles aan gedaan hebben om deze plaatsing te laten slagen. Toch ga ik eerst weer naar mezelf kijken. Wat had ik anders kunnen doen? Waar had ik het anders kunnen doen? Of was de matching al niet goed? Dat is telkens weer het moeilijke in ons werk. Je werkt niet met dingen maar met kinderen. Kinderen die er niet om gevraagd hebben, om deze omstandigheden en alles wat hem is overkomen. Kinderen die zich niet kunnen hechten. Soms zie je heel voorzichtig bodem komen in hun bestaan. Ze gaan vertrouwen krijgen en zich heel broos hechten aan hun opvoeders. Maar als dit er helemaal niet is, is het lastig. Zeker voor het kind. Dat wil zo graag, maar het lukt hem gewoon niet. Geen bodem hebben. Niemand vertrouwen als alleen jezelf. Dan kunnen wij er alles aan doen om tegemoet te komen aan wat het kind nodig heeft en dingen aan te leren. Maar dan is juist een gezin ( hoe gek het ook klinkt), een bedreiging. Hoe vermoeiend en frustrerend voor een kind als je niet kan voldoen aan wat de maatschappij van je verwacht. Als je niemand vertrouwd dan alleen jezelf. Als je niet je eigen onmacht kan zien en voelen. Alleen maar angst. Angst om de touwtjes uit handen te geven en over te geven aan volwassenen die het beste met je voor hebben. Angst om wat er dan gaat gebeuren. ik zie pleegje vechten. Niet weten hoe het moet. Niet snappen hoe het werkt. Bang, verdrietig en eenzaam. Kopje onder gaan en weer boven komen. Om je heen slaan. De uitgestoken hand niet zien, maar juist weg slaan. En dan blokker je alles gewoon. Of het niet gebeurt is. En ga je verder waar je gebleven bent. Je spullen ingepakt, op naar de volgende fase. Overleven. Ik heb het al zo vaak gezien. En toch blijft het moeilijk. Word ik er verdrietig van. Het is een kind met een heel leven voor zich.
Dan is het even heerlijk om een weekend te hebben zonder kinderen om je heen. Even tot rust komen. En als ik dan de week terug kijk zie ik weer heel veel mooie dingen die er ook zijn. Kinderen die de angst hebben kunnen loslaten. Nog niet helemaal, maar zo op weg zijn om stabiel te worden. Zo op hun plek zijn in ons gezinshuis. Langzaam druppelen de kinderen binnen. Benieuwd naar de sint inkopen die gedaan zijn. Haha, dat is nog een verrassing.
Het zal nog even tijdkosten voordat ons gezinshuis weer stabiel is na alle storm.

1 opmerking:

  1. Wat moeilijk! Je hecht in zekere zin toch ook aan deze kinderen en dan moet je ze weer laten gaan omdat je weet dat dat ook beter is. Maar je hart twijfelt. Zo zijn we. We zoeken de schuld bij ons zelf. Maar je kunt niet altijd verder helpen. Wat je zelf ook al uitlegt als het vertrouwen er niet is stopt het. Je hebt je best gedaan. Maar de pijn is voelbaar. Het is zulk mooi werk maar heeft ook moeilijke kanten. Heel veel sterkte!! Jane

    BeantwoordenVerwijderen