gezinshuis

gezinshuis
de morgenster

maandag

Coronavirus. Overleven in het gezinshuis. deel 4.

Maandagochtend. Het is moeilijk wakker worden. Ik  heb slecht geslapen. Mijn hoofd werd niet stil. Als ik opsta voelt het of mijn rug beurs is en stijf. Na een lekkere douche gaat het beter. Ik denk toch dat de klap van de auto harder was dan ik dacht en dat ik er dus meer last van heb. Ik had bedacht dat ik iets later uit bed zou komen zodat we de dag iets later opstarten. Het is anders een behoorlijk lange dag en sommige kinderen zijn al in de ochtend door hun schoolwerk heen. En als de verveling toeslaat gaan ze zeker ongewenst gedrag laten zien. De eerste die ik roep komt al niet goed uit bed. Ik krijg al verwensingen naar mijnhoofd en een middelvinger. Dat beloofd wat vandaag.  Om 9.00 uur kan iedereen starten met schoolwerk. De eerste is al na drie kwartier klaar. De volgende om 11.00 uur. Maar pleegje die al niet echt goed uit bed kwam maakte het weer erg bont. Hij snapte zijn rekensommen niet. Manlief heeft met veel geduld uitleg gegeven, maar pleegje wilde dat manlief ook alle antwoorden voor hem berekende. Nee maat, je hebt je uitleg gekregen en nu doe je het zelf. Veel gemopper en gescheld. De juf belt. Hij verteld de juf dat het niet lukt. De juf legt hem nog een keer uit hoe hij de sommen moet doen. Als hij naar zijn kamer gaat wil hij weer dat André mee komt. André loopt mee en legt hem het nog een keer uit, maar dat is niet naar zijn zin. En bam. Daar is weer een ontploffing. Maar er zijn meer kinderen die hulp nodig hebben, dus laten we hem op zijn kamer even uitstieren. Maar daar blijft het niet bij. Hij hoeft zijn sommen niet te maken, maar ook dat is niet goed. Wij moeten luisteren en doen wat hij wil. De speelkamer wordt verbouwd. Dit gaat tot na het middageten door. Dan komt hij aan en vraagt of de sommen nagekeken kunnen worden. Alles is gemaakt. En goed ook. De rest van de middag blijft het respectloos gedrag en veel schelden en schreeuwen. Ik stel voor om met de andere drie pleegjes te knutselen. We knippen vlinders uit. Als we die klaar hebben kunnen ze weer naar buiten. Morgen gaan we verder. Dan kunnen ze versierd worden. Wat we ermee gaan doen is nog een verrassing. Hier genieten ze erg van. Even iets anders dan school of in de tuin. 


Ik ga nog even naar mijn kantoor met een puber. Zij heeft hulp nodig met haar opdrachten van school. Samen maken we een gedeelte. Als ik haar begeleid lukt het haar wel. Alleen overziet ze het niet. Op school krijgt ze hiervoor ook altijd extra hulp. Maar ook dat ligt nu thuis. Toch ben ik heel blij met school. Ze bellen regelmatig om te vragen hoe het gaat en of ze nog iets kunnen betekenen. Ik laat de pubers in elk geval uitslapen. Die beginnen dus veel later aan hun schoolwerk. Maar dan kan ik het nog een beetje overzien. 

Eind van de middag mogen de jongste pleegjes op de Play Station. Maar als ik na drie kwartier ga kijken is er 1 pleegje die eerst een half uur alleen heeft gespeeld en nu een kwartier met een ander pleegje aan het spelen is en de derde zit mee te kijken. Ik vraag waarom nummer drie niet mag spelen. De leider die al drie kwartier bezig is mompelt wat en gaat gewoon door. Ik zeg hem dat hij moet stoppen en nummer drie mag spelen. Dat gaat mis. Dit pleegje heeft steeds weer moeite om te stoppen als zijn schermtijd op is. En nu is het dit pleegje dat uit zijn plaat gaat. Als ook zijn telefoon tijd op is ontploft hij helemaal. Tijdens het avondeten gaat het al niet beter. Pleegje die school niet wilde doen is gezellig aanwezig. maar nu is het weer een ander. Na het eten stampt hij naar boven en we horen hem schelden en vloeken en zijn kamer verbouwen. Ik zucht. Ik ben zo klaar met dit gedrag. Ik weet het even niet meer. Er zijn er twee bij die steeds, soms na lange tijd, terug vallen in oud gedrag. Niet te bereiken zijn ze dan. Ik moet even weg. Even niets zien en horen. Maar waarheen? Ik zoek mijn kantoor op en kruip achter de computer. Even stoom afblazen en schrijven. Mijn grens is op dit moment even bereikt. Ik vraag me af hoe andere gezinshuizen dit doen. Ik probeer de lat niet te hoog te leggen als het gaat om schoolwerk. Ze hoeven het niet te doen. Maar rustig spelen doen ze dan ook niet. En als de één het niet hoeft te doen wil de ander het ook niet doen. Dus moet er toch iets gedaan worden. Ik probeer iets extra's te organiseren. Of extra film of knutselen. Maar ik snap ook dat het voor deze kinderen erg lastig is om ineens zo anders je dagen te vullen. 
Maar dat neemt niet weg dat ik even geen energie meer heb. Ik wil mijn leven terug. Maar ik hoor net dat het voorlopig tot 1 juni duurt. Ik denk even maar niet verder en ga vroeg slapen. Morgen een nieuwe dag met nieuwe kansen. Ik denk terug aan zondag. De Heer is mijn Herder. Mij ontbreekt niets. Er komt een dag dat het over is en we weer ons leven kunnen leven. Maar hopelijk anders dan voorheen. Meer samen. Meer gericht op de ander en op God. Dat is mijn enige houvast. Mijn troost en steun. Als ik het even niet meer weet. Hij is er altijd. 

Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom
en niets dat mij ontbreekt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten